- Locatie
Raadzaal
- Voorzitter
- Adriaansen, drs. J.J.C.
Uitzending
Agendapunten
-
Besluit
De voorzitter opent de vergadering om 23.29 uur.
-
1
Besluit
AKT meldt dat de motie: Leren omgaan met Salderen komt te vervallen.
VVD meldt dat er bij de raadsvergaderingen van 12 en 13 november door omstandigheden geen raadslid van VVD aanwezig zal zijn.
De agenda wordt vastgesteld. -
2
Besluit
De lijsten met ingekomen stukken van de opinieraden ruimte, samenleving en bestuur van 10 november 2025 worden vastgesteld.
-
2.a
Bijlagen
-
2.b
Bijlagen
-
2.c
Bijlagen
-
3Besluitvorming A-voorstellen uit de Opinieraden Ruimte, Samenleving en Bestuur
-
3.a
Bijlagen
Besluit
b e s l u i t :
1. Voor de in de uitvoeringsagenda Toerisme & Recreatie 2026-2030 vermelde focussen de volgende budgetten beschikbaar te stellen:
a. voor de structurele acties een budget van € 28.000 voor de begrotingsjaren 2026 – 2030;
b. voor de incidentele acties van de uitvoeringsjaren 2026-2030 een krediet van € 106.000 en dit ten laste te brengen van de algemene reserve.
2. In te stemmen met de wijziging van de Programmabegroting 2026 en het meerjarenperspectief 2027-2029.Stemverklaringen:
PvdA stemt tegen het voorstel. De uitvoeringsagenda is de goede richting maar niet transparant over de invulling en er blijven ook nog een heleboel bedragenerg vaag.
AKT stemt in met het voorstel en vraagt nauwlettend toe te zien op de aandachtspunten die in het betoog van AKT zijn aangegeven in de opinieraad van 10 november 2025.
Het voorstel wordt aangenomen met 1 stem tegen (PvdA) en 10 stemmen voor (ABZ, CDA, AKT, D66 en VVD) -
3.b
Bijlagen
Besluit
b e s l u i t :
in te stemmen met het Mobiliteitsplan Woensdrecht 2026-20230 deel A t/m D.Het raadsvoorstel wordt unaniem aangenomen.
-
3.c
Bijlagen
Besluit
b e s l u i t : Géén wensen en bedenkingen te uiten tegen het voorstel van het college om aan VV Vivoo onder voorwaarden een kortlopende overbruggingslening van ten hoogste € 70.000,- te verstrekken.
Het raadsvoorstel wordt unaniem aangenomen.
-
3.d
Bijlagen
Besluit
Documentnummer: 2025.13034 Voorstel aan de Raad Onderwerp :Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 gemeenschappelijke regelingen Raadsvergadering :12/13 november 2025 Agendapunt Portefeuillehouder :J.J.C. Adriaansen Datum :23 september 2025 Bestuurlijk kader :Diverse programma's Zaaknummer :Z25.01888 Besluit: De financiële en beleidsmatige richtlijnen voor de kadernota en de begroting 2027 van de gemeenschappelijke regelingen vast te stellen. Inleiding: Ieder jaar stellen de gemeenschappelijke regelingen een kadernota (of kaderbrief) en een begroting op. Hiermee geven zij inzicht in de ontwikkelingen die voor de komende jaren verwacht worden en waar rekening mee moet worden gehouden. Deelnemers aan de gemeenschappelijke regelingen worden in de gelegenheid gesteld om vooraf richtlijnen mee te geven voor de kadernota en begroting. Deze richtlijnen zijn zowel beleidsmatig als financieel van aard en worden in regionaal verband voorbereid. Doelstelling en effect: In een vroeg stadium wensen kenbaar maken en richting geven aan de kaders voor de kadernota en de begroting 2027 van gemeenschappelijke regelingen. Argumenten, alternatieven en kanttekeningen: De gemeente Woensdrecht neemt deel aan een aantal verbonden partijen. Een ‘verbonden partij’ is in het Besluit begroting en verantwoording (BBV) gedefinieerd als ‘Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft.’ Dit voorstel betreft een specifieke groep verbonden partijen, namelijk de gemeenschappelijke regelingen. In de regio West-Brabant hebben de gemeenteraden in 2024 de Nota Verbonden Partijen en overige samenwerking West-Brabant vastgesteld (hierna: nota). In deze nota zijn de afspraken en kaders voor de verbonden partijen benoemd. Op basis van de afspraken wordt de raad in de gelegenheid gesteld om sturing te geven aan de gemeenschappelijke regelingen. In afspraak 2.3 van de nota staat het volgende: De kaderstelling door de gemeenten aan de gemeenschappelijke regelingen vindt plaats door het meegeven van richtlijnen voor de kaderbrieven die de gemeenschappelijke regelingen voor 1 februari aan de deelnemers sturen en waarin de gemeenschappelijke regelingen de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de raden van de deelnemende gemeenten kenbaar maken. Deze richtlijnen zijn beleidsmatig en financieel. Beleidsmatig Jaarlijks in november sturen deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling de beleidsmatige richtlijnen voor de kaderbrief die de gemeenschappelijke regelingen opstellen. Financieel In deze nota leggen we de financiële kaders voor de komende vier jaar vast. Dit biedt financiële duidelijkheid voor gemeenten en gemeenschappelijke regelingen. Bovendien zorgen we er hiermee voor dat de jaarlijkse richtlijnen in hoofdzaak over de inhoud gaan. De beleidsmatige en de financiële richtlijnen voor 2027 voor de bijgaande tien gemeenschappelijke regelingen zijn regionaal opgesteld. Iedere gemeente kan hiervan gemotiveerd afwijken. Hierbij is het wel gewenst om geen grote verschillen te laten ontstaan. De richtlijnen moeten immers ook werkbaar blijven voor de gemeenschappelijke regelingen. De richtlijnen gelden voor de kadernota en begroting 2027. Terughoudend in verband met gemeenteraadsverkiezingen 2026 In maart 2026 vinden, zoals u weet, verkiezingen voor de gemeenteraad plaats. Er is regionaal voor gekozen om terughoudend om te gaan met de beleidsmatige richtlijnen en daarmee ruimte te geven aan eventueel gewenste beleidswijzigingen. Vooral voor lopende en onomkeerbare processen, waarbij het van belang is de verbonden partij beleidsmatig te blijven sturen, zijn nu nog beleidsmatige richtlijnen opgenomen. Wij stellen uw raad voor de richtlijnen voor 2027 vast te stellen. Procedure/planning: Na uw besluit worden de gemeenschappelijke regelingen door alle deelnemers geïnformeerd over de vastgestelde richtlijnen. Dit gebeurt voor het einde van het jaar. De gemeenschappelijke regelingen verwerken de richtlijnen vervolgens in hun kadernota. Deze wordt vóór 1 februari 2026 ter kennisname aan de deelnemers toegezonden. De kadernota’s vormen de basis voor de begrotingen 2027 van de gemeenschappelijke regelingen. Kosten, baten en dekking: Hier zijn geen kosten aan verbonden. Communicatie: Na vaststelling van de richtlijnen door uw raad worden de gemeenschappelijke regelingen schriftelijk geïnformeerd. Ter inzage: Financiële en beleidsmatige richtlijnen begroting 2027 WVS 2025.13062 ISD Brabantse Wal 2025.13050 GGD West-Brabant 2025.13049 RAV Brabant MWN 2025.13053 West-Brabants Archief 2025.13059 Regio West-Brabant 2025.13058 Regionaal Bureau Leren 2025.13054 Belastingsamenwerking West-Brabant 2025.13048 Omgevingsdienst West-Brabant 2025.13052 Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2025.13064 Burgemeester en wethouders van Woensdrecht, De secretaris, De burgemeester, ing. P.A.C. Bogers drs. J.J.C. Adriaansen R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 WVS-groep Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 WVS-groep vast te stellen: Financiële richtlijnen (geheel conform de Nota verbonden partijen) 1. We verwachten van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het algemeen bestuur is besloten. 3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen. 4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen. 5. Een besluit van het algemeen bestuur van een verbonden partij tot instelling van een algemene reserve is goed gemotiveerd, onderbouwd en voorzien van bijbehorende spelregels. Op dit besluit van het algemeen bestuur wordt een zienswijzemogelijkheid geboden aan de deelnemende gemeenten bij de concept-begroting(wijziging). De algemene reserve wordt aangevuld tot de maximale hoogte zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Voor het bepalen van de omvang van de (beperkte) algemene reserve kan het algemeen bestuur een advies vragen aan de accountant, maar de algemene reserve bedraagt niet meer dan 8% van de totale lasten in de begroting (uitgangspunt is en blijft dat de weerstandscapaciteit bij de deelnemers wordt aangehouden). 6. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het algemeen bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het algemeen bestuur. 7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit. Aanvullende financiële richtlijnen 8. De op WVS betrekking hebbende ramingen en effecten van de ketensamenwerking worden herkenbaar in een afzonderlijke paragraaf in de begroting 2027 opgenomen. WVS zorgt er voor dat haar begroting op dit punt aansluit bij de begrotingen van het Werkplein Hart van West-Brabant en de ISD Brabantse Wal. 9. De in de financiële richtlijn 3 bedoelde reserves betreffen uitsluitend de bestemmingsreserves. Beleidsmatige richtlijnen 1. WVS houdt inzichtelijk welke activiteiten en risico’s verbonden zijn aan de afbouw van het huidige WSW-bestand in combinatie met de opdrachtportefeuille en stelt maatregelen voor om nadelige financiële gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken. 2. WVS besteedt in de begroting 2027 aandacht aan de visie en ambitie rondom de doorontwikkeling van het sociaal ontwikkelbedrijf. 3. De begroting van WVS wordt daarbij opgesteld in lijn met de ambities en doelstellingen van de integrale ketensamenwerking met het Werkplein Hart van West-Brabant en de ISD Brabantse Wal. De ketenpartners dienen hun activiteiten en inspanningen in samenhang te bezien, waarbij het resultaat van de organisaties tezamen optimaal dient te zijn. 4. Ten aanzien van deze ambities en doelstellingen verwachten we dat WVS samen met het Werkplein en ISD komt tot concrete doelstellingen rond de ontwikkelingen van inwoners, zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht. 5. Daarbij verwachten we dat een programmatische aanpak ketensamenwerking wordt uitgewerkt en toegepast (met een uniforme klantreis en dienstverleningsconcept), dat KPI’s voor de keten zijn beschreven en worden gebruikt bij planning, monitoring, evaluatie en bijsturing, dat daarbij wordt gewerkt volgens de 7 uitgangspunten van de moderne overheidsorganisatie en de ontwikkelingen in het kader van de aanpassing van de Participatiewet en dat voor alle cliënten maatwerk wordt geleverd in afstemming met ketenpartners en daarbij wel sprake is en blijft van een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering en bedrijfsmatig werken. 6. In de begroting 2027 wordt de inzet van WVS ten behoeve van de ketensamenwerking in een afzonderlijke paragraaf uitgewerkt. Aldus vastgesteld in de vergadering van 12/13 november 2025: de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 ISD Brabantse Wal Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 ISD Brabantse Wal vast te stellen: Financiële richtlijnen 1. We verwachten van het gemeenschappelijk orgaan dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. Het gemeenschappelijk orgaan vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt het gemeenschappelijk orgaan ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het bestuur is besloten. 3. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt het gemeenschappelijk orgaan de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen. 4. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft het gemeenschappelijk orgaan de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft het gemeenschappelijk orgaan inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit. Aanvullende financiële richtlijnen 1. De op het gemeenschappelijk orgaan betrekking hebbende ramingen en effecten van de ketensamenwerking worden herkenbaar in een afzonderlijke paragraaf in de begroting 2027 opgenomen. Het gemeenschappelijk orgaan zorgt er voor dat haar begroting op dit punt aansluit bij de begrotingen van WVS en het Werkplein. 2. het gemeenschappelijk orgaan maakt in de begroting een onderbouwde meerjarige prognose van het aantal bijstandsontvangers. 3. Het gemeenschappelijk orgaan neemt in de bijlage van de begroting een overzicht op met het verloop van de vaste en tijdelijke formatie sinds 2025. Hieruit blijkt welke mutaties er sinds 2025 in de formatie zijn doorgevoerd, met welke reden en de besluitvorming hierover. Beleidsmatige richtlijnen 1. Het gemeenschappelijk orgaan stelt een begroting voor het jaar 2027 op waarin de ambities van de deelnemende gemeenten tot uitdrukking komen met betrekking tot duurzame uitstroom van uitkeringsgerechtigden, het beperken van uitkeringslasten, het bieden van inkomensondersteuning, schuldhulpverlening, het inburgeren van statushouders en armoedebestrijding en het integraal samenwerken binnen het Sociaal Domein. Dit is een uitwerking van de Uitgangspuntennotitie en het uitvoeringsplan ISD BW jaarschijf 2027. 2. De begroting 2027 bevat een duidelijke onderbouwing van de manier waarop het gemeenschappelijk orgaan de ISD BW de gelegenheid biedt om de hiervoor genoemde ambities te realiseren, alsmede van de lasten die daarmee gepaard gaan. 3. De onderbouwing bevat concrete maatregelen die afdoende zijn om aanspraak te kunnen maken op een uitkering in het kader van de vangnetregeling mocht er voor 2027 uiteindelijk onverhoopt toch sprake zijn van een overschrijding van de BUIG-budgetten. 4. De begroting 2027 van het gemeenschappelijk orgaan is opgesteld in lijn met de ambities en doelstellingen van de integrale ketensamenwerking met WVS en het Werkplein. De ketenpartners bezien hun activiteiten en inspanningen in samenhang, waarbij optimalisering van het resultaat van de organisaties tezamen wordt nagestreefd. Dit zelfde geldt voor de samenwerking met lokale partners in de integrale toegangen van de deelnemende gemeenten. 5. Ten aanzien van de ketensamenwerking als bedoeld in punt 4 verwachten we dat een programmatische aanpak ketensamenwerking wordt uitgewerkt en toegepast (met een uniforme klantreis en dienstverleningsconcept), dat KPI’s voor de keten zijn beschreven en worden gebruikt bij planning, monitoring, evaluatie en bijsturing. Dat daarbij wordt gewerkt volgens de zeven uitgangspunten van de moderne overheidsorganisatie en de ontwikkelingen in het kader van de aanpassing van de Participatiewet en dat voor alle cliënten maatwerk wordt geleverd in afstemming met ketenpartners en daarbij wel sprake is en blijft van een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering en bedrijfsmatig werken. 6. Daarbij verwachten we dat het gemeenschappelijk orgaan in afstemming met de ketenpartners in haar begroting zorgt voor de benodigde middelen om maatwerk in de vorm van passende leerroutes en ontwikkeltrajecten te faciliteren die aansluiten bij de vraag op de arbeidsmarkt en de veranderende doelgroep waarvoor deze trajecten worden ingezet. We vragen het gemeenschappelijk orgaan daarbij innovatief te werk te gaan, zodat recht wordt gedaan aan de uitdagingen rond de doelgroep terwijl de ketensamenwerking niet uit het oog wordt verloren. 7. In de begroting 2027 werkt het gemeenschappelijk orgaan de inzet van de ISD BW ten behoeve van de ketensamenwerking uit in een afzonderlijke paragraaf. Aldus vastgesteld in de vergadering van 12/13 november 2025: de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 GGD West-Brabant Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 GGD West-Brabant vast te stellen: Financiële richtlijnen (geheel conform de Nota verbonden partijen) 1. We verwachten van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het algemeen bestuur is besloten. 3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen. 4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen. 5. Een besluit van het algemeen bestuur van een verbonden partij tot instelling van een algemene reserve is goed gemotiveerd, onderbouwd en voorzien van bijbehorende spelregels. Op dit besluit van het algemeen bestuur wordt een zienswijzemogelijkheid geboden aan de deelnemende gemeenten bij de concept-begroting(wijziging). De algemene reserve wordt aangevuld tot de maximale hoogte zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Voor het bepalen van de omvang van de (beperkte) algemene reserve kan het algemeen bestuur een advies vragen aan de accountant, maar de algemene reserve bedraagt niet meer dan 8% van de totale lasten in de begroting (uitgangspunt is en blijft dat de weerstandscapaciteit bij de deelnemers wordt aangehouden). 6. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het algemeen bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het algemeen bestuur. 7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit. Beleidsmatige richtlijnen 1. Wij verwachten dat de GGD West-Brabant (samen met de GGD Hart voor Brabant) in samenspraak met de deelnemende gemeenten een vervolg van het meerjarenbeleidsplan 2023-2026 opstelt en presenteert, welke in lijn is met de gezamenlijke toekomstvisie ‘Wij maken samen gezond gewoon’ en de ingezette bestuurlijke bezuinigingsopdracht van 4%. Tevens dient dit plan in het lopende proces van verkenning tot verdergaande samenwerking, Samen Sterker, meegenomen te worden. 2. De GGD geeft in de kadernota en Beleidsbegroting 2027 duidelijk weer met welke concrete plannen invulling gegeven gaat worden aan het nieuwe, nog op te stellen beleidsplan 2026-2030. 3. Gezien de afnemende financiële middelen vanaf 2026 verwachten gemeenten ook in 2027 beleidsmatige keuzes te moeten maken. Om deze keuzes gedegen voor te kunnen bereiden is meer gedetailleerd inzicht nodig in het aanbod en in de geleverde producten en kosten. Wij verwachten van de GGD dat zij deze informatie met voorrang in samenspraak met het ambtenarenoverleg, of een delegatie daarvan, levert en dit benodigde inzicht/transparantie meeneemt in de verdere uitwerking van Samen Sterker. In het traject Samen Sterker dient een vergelijk in het productenaanbod tussen beide GGD’en op een eenduidige en eenvoudige wijze te maken zijn. 4. Van de GGD verwachten de gemeenten dat met de verdere uitwerking van Samen Sterker naast de bestuurders ook de ambtenaren en gemeenteraden tijdig betrokken worden, op een dusdanig moment zodat zij de mogelijkheid hebben om de uitkomst van het traject wezenlijk kunnen beïnvloeden. Afstemming met het Algemeen Bestuur van de GGD Hart voor Brabant spreekt voor zich. Aan beide besturen dienen dezelfde voorstellen/besluiten te worden voorgelegd. Men dient o.a. oog te hebben voor de gewenste lokale nabijheid van de GGD, de kosten van dit proces en de zeggenschap van de deelnemende gemeenten in de samenwerking. Aldus vastgesteld in de vergadering van 12/13 november 2025: de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 RAV Brabant Midden-West-Noord Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 RAV Brabant Midden-West-Noord vast te stellen: Financiële richtlijnen n.v.t. Beleidsmatige richtlijnen 1. De RAV waarborgt onder de Wet ambulancezorgvoorzieningen de kwaliteit en continuïteit van de ambulancezorg in heel haar werkgebied. De ambulancezorg dient blijvend te worden uitgevoerd zonder gemeentelijke financiële bijdragen. 2. De nieuwe urgentie-indeling ambulancezorg is naar verwachting in 2027 volledig geïmplementeerd. De nieuwe indeling kent zeven in plaats van drie urgentieniveaus. De RAV verwerkt de nieuwe urgentie-indeling in haar begroting waarbij inzage in de responstijden op A0 en A1 (voorheen A1 en A2 ritten) behouden blijft. Uitgangspunt dient te zijn dat in het hele werkgebied de responstijd voor A0 ritten met niet meer dan 5% wordt overschreden (melding-aankomst meer dan 15 minuten). 3. In haar begroting geeft de RAV aan wat het Integraal Zorg Akkoord (IZA) en de landelijke Beleidsagenda Toekomstbestendige Acute Zorg van VWS betekenen voor de ambulancezorg in haar werkgebied. De beleidsagenda kent drie kernpunten: Kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg, Zorgcoördinatie en Samenwerking in de regio. 4. In het werkgebied van de RAV liggen meerdere gemeenten die grenzen aan België. Grensoverschrijdende samenwerking is in de ambulancezorg van belang voor het bieden van snelle en effectieve hulp. De RAV geeft in haar begroting aan hoe deze samenwerking er uitziet en welke mogelijkheden zij ziet om de grensoverschrijdende samenwerking verder te optimaliseren. Aldus vastgesteld in de vergadering van 12/13 november 2025: de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 West-Brabants Archief Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 West-Brabants Archief vast te stellen: Financiële richtlijnen (geheel conform de Nota verbonden partijen) 1. We verwachten van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het algemeen bestuur is besloten. 3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen. 4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen. 5. Een besluit van het algemeen bestuur van een verbonden partij tot instelling van een algemene reserve is goed gemotiveerd, onderbouwd en voorzien van bijbehorende spelregels. Op dit besluit van het algemeen bestuur wordt een zienswijzemogelijkheid geboden aan de deelnemende gemeenten bij de concept-begroting(wijziging). De algemene reserve wordt aangevuld tot de maximale hoogte zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Voor het bepalen van de omvang van de (beperkte) algemene reserve kan het algemeen bestuur een advies vragen aan de accountant, maar de algemene reserve bedraagt niet meer dan 8% van de totale lasten in de begroting (uitgangspunt is en blijft dat de weerstandscapaciteit bij de deelnemers wordt aangehouden). 6. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het algemeen bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het algemeen bestuur. 7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit. Beleidsmatige richtlijnen - Aldus vastgesteld in de vergadering van 12/13 november 2025: de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 Regionaal Bureau Leren Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 Regionaal Bureau Leren te stellen: Financiële richtlijnen (geheel conform de Nota verbonden partijen) 1. We verwachten van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het algemeen bestuur is besloten. 3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen. 4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen. 5. Een besluit van het algemeen bestuur van een verbonden partij tot instelling van een algemene reserve is goed gemotiveerd, onderbouwd en voorzien van bijbehorende spelregels. Op dit besluit van het algemeen bestuur wordt een zienswijzemogelijkheid geboden aan de deelnemende gemeenten bij de concept-begroting(wijziging). De algemene reserve wordt aangevuld tot de maximale hoogte zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Voor het bepalen van de omvang van de (beperkte) algemene reserve kan het algemeen bestuur een advies vragen aan de accountant, maar de algemene reserve bedraagt niet meer dan 8% van de totale lasten in de begroting (uitgangspunt is en blijft dat de weerstandscapaciteit bij de deelnemers wordt aangehouden). 6. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het algemeen bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het algemeen bestuur. 7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit. Beleidsmatige richtlijnen - Aldus vastgesteld in de vergadering van 12/13 november 2025: de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 Regio West-Brabant Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 Regio West-Brabant te stellen: Financiële richtlijnen (geheel conform de Nota verbonden partijen) 1. We verwachten van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het algemeen bestuur is besloten. 3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen. 4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen. 5. Een besluit van het algemeen bestuur van een verbonden partij tot instelling van een algemene reserve is goed gemotiveerd, onderbouwd en voorzien van bijbehorende spelregels. Op dit besluit van het algemeen bestuur wordt een zienswijzemogelijkheid geboden aan de deelnemende gemeenten bij de conceptbegroting(wijziging). De algemene reserve wordt aangevuld tot de maximale hoogte zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Voor het bepalen van de omvang van de (beperkte) algemene reserve kan het algemeen bestuur een advies vragen aan de accountant, maar de algemene reserve bedraagt niet meer dan 8% van de totale lasten in de begroting (uitgangspunt is en blijft dat de weerstandscapaciteit bij de deelnemers wordt aangehouden). 6. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het algemeen bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het algemeen bestuur. 7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit. Specifieke financiële richtlijn voor de Regio West-Brabant: Bij de uitvoeringsgerichte taak Kleinschalig Collectief Vervoer geldt voor de vervoersprijs per eenheid een aanpassing aan de hand van de branchegerichte NEA-index. Verder worden de vervoerslasten begroot aan de hand van het geprognosticeerde gebruik van de vervoersvoorziening. Doorbelasting van kosten aan gemeenten en provincie vindt plaats op basis van realisatie. Beleidsmatige richtlijnen In de begroting 2027 wordt in heldere taal aangegeven: 1. Welke doelen uit de strategische agenda en actieprogramma 2024 – 2028 in 2027 worden gerealiseerd; 2. Wat de financiële en personele inzet van de RWB hierbij is en welke aanvullende middelen (capaciteit en financiën) van de gemeenten worden gevraagd; 3. Of, en zo ja op welke wijze er voor de uitvoering van de actieagenda samenwerking nodig is met de Stedelijke Regio’s, Rewin en/of de Baroniesamenwerking en hoe dit wordt vormgegeven. 4. De RWB werkt aan een organisatie ‘nieuwe stijl’. Dit leidt mogelijk tot een herziening van de inrichting en het takenpakket van de RWB. De gevolgen hiervan op zowel de financiële als beleidsmatige kant van de RWB begroting worden helder onderbouwd in de begroting opgenomen. Wanneer taken overgaan naar andere organisaties of komen te vervallen, vervallen uiteraard ook de middelen bij de RWB. Aldus vastgesteld in de vergadering van 12/13 november 2025: de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 Belastingsamenwerking West-Brabant Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 Belastingsamenwerking West-Brabant vast te stellen: Financiële richtlijnen (geheel conform de Nota verbonden partijen) 1. We verwachten van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het algemeen bestuur is besloten. 3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen. 4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen. 5. Een besluit van het algemeen bestuur van een verbonden partij tot instelling van een algemene reserve is goed gemotiveerd, onderbouwd en voorzien van bijbehorende spelregels. Op dit besluit van het algemeen bestuur wordt een zienswijzemogelijkheid geboden aan de deelnemende gemeenten bij de concept-begroting(wijziging). De algemene reserve wordt aangevuld tot de maximale hoogte zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Voor het bepalen van de omvang van de (beperkte) algemene reserve kan het algemeen bestuur een advies vragen aan de accountant, maar de algemene reserve bedraagt niet meer dan 8% van de totale lasten in de begroting (uitgangspunt is en blijft dat de weerstandscapaciteit bij de deelnemers wordt aangehouden). 6. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het algemeen bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het algemeen bestuur. 7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit. Beleidsmatige richtlijnen - Aldus vastgesteld in de vergadering van 12/13 november 2025: de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant vast te stellen: Financiële richtlijnen (geheel conform de Nota verbonden partijen) 1. We verwachten van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het algemeen bestuur is besloten. 3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen. 4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen. 5. Een besluit van het algemeen bestuur van een verbonden partij tot instelling van een algemene reserve is goed gemotiveerd, onderbouwd en voorzien van bijbehorende spelregels. Op dit besluit van het algemeen bestuur wordt een zienswijzemogelijkheid geboden aan de deelnemende gemeenten bij de concept-begroting(wijziging). De algemene reserve wordt aangevuld tot de maximale hoogte zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Voor het bepalen van de omvang van de (beperkte) algemene reserve kan het algemeen bestuur een advies vragen aan de accountant, maar de algemene reserve bedraagt niet meer dan 8% van de totale lasten in de begroting (uitgangspunt is en blijft dat de weerstandscapaciteit bij de deelnemers wordt aangehouden). 6. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het algemeen bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het algemeen bestuur. 7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit. Beleidsmatige richtlijnen 1. De OMWB geeft in de begroting 2027 een meerjarenprognose van de aard en omvang van de te verwachten werkzaamheden in relatie tot alle voorziene (beleidsmatige) ontwikkelingen, hoe de omgevingsdienst hierop denkt in te spelen én geeft hierbij een duiding van de bijbehorende financiële gevolgen. 2. De noodzaak tot herziening van de MWB-norm en het komen tot een nieuwe financieringsopzet worden door de deelnemers en de OMWB onderschreven. Het proces, zowel reeds doorlopen als nog te doorlopen, wordt in de kaderbrief 2027 beschreven, waarbij tevens wordt ingegaan op de (potentiële) gevolgen voor de (meerjaren)begroting 2027 en verder. 3. In de kaderbrief 2027 geeft de OMWB concreet aan op welke wijze de resultaten van het kwaliteitsmanagementsysteem en de doorontwikkeling van datamanagement en -beheer worden verwerkt in de (meerjaren)begroting 2027. Tevens vragen wij aandacht om te duiden welke ruimte er, zowel op het vlak van financiën alsmede personeel, wordt gemaakt om hiermee aan de slag te gaan en welke ontwikkelingen de OMWB hierin de afgelopen periode heeft gerealiseerd. Aldus vastgesteld in de vergadering van 12/13 november 2025: de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Financiële en beleidsmatige richtlijnen kadernota en begroting 2027 Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Vergadering d.d. : 12/13 november 2025 agendanummer : Zaaknummer : Z25.01888 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12/13 november 2025, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2025, gelet op afspraak 2.3 van de Nota Verbonden Partijen West-Brabant, overwegende dat de raad gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om richtlijnen mee te geven aan de gemeenschappelijke regelingen b e s l u i t : de onderstaande richtlijnen begroting 2027 Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant vast te stellen: Financiële richtlijnen In de nota Verbonden Partijen zijn de volgende financiële richtlijnen vastgelegd: 1. We verwachten van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het algemeen bestuur is besloten. 3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen. 4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende Cao-indexering, overige Cao-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke Cao-indexering, overige Cao-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen. 5. Een besluit van het algemeen bestuur van een verbonden partij tot instelling van een algemene reserve is goed gemotiveerd, onderbouwd en voorzien van bijbehorende spelregels. Op dit besluit van het algemeen bestuur wordt een zienswijzemogelijkheid geboden aan de deelnemende gemeenten bij de conceptbegroting(wijziging). De algemene reserve wordt aangevuld tot de maximale hoogte zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Voor het bepalen van de omvang van de (beperkte) algemene reserve kan het algemeen bestuur een advies vragen aan de accountant, maar de algemene reserve bedraagt niet meer dan 8% van de totale lasten in de begroting (uitgangspunt is en blijft dat de weerstandscapaciteit bij de deelnemers wordt aangehouden). 6. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het algemeen bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het algemeen bestuur. 7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit. Beleidsmatige richtlijnen Het Algemeen Bestuur van de VRMWB heeft besloten om de looptijd van het beleidsplan 2023-2027 met twee jaar te verlengen tot 2029 vanwege de huidige financiële uitdagingen en wereldwijde ontwikkelingen. Op dit moment spelen er nog een drietal andere zaken: - Het foutief toepassen van de indexering en herstel hiervan door begrotingswijziging 2025-2 en begrotingswijziging 2026-1; - De Onderzoeken Masterplan Brandweerzorg en Risicobeheersingstaken. Met als doel te onderzoeken hoe de brandweerzorg efficiënt en effectief georganiseerd kan worden en de risicobeheersing toekomstbestendig gemaakt kan worden tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het transformatieproces van de brandweerzorg dient nog verder uitgewerkt te worden; - Er is nog onduidelijkheid over het wel of niet doorgaan10% korting op de BDuRgelden vanuit de overheid. Deze korting is al wel opgenomen in de begroting. Hier tegenover staat een nog in te vullen taakstelling. Deze zaken en daarmee samenhangende financiële uitdagingen maken dat gevolgen nu nog onduidelijk zijn voor de komende begrotingsjaren. Wij verwachten van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant dat de voortgang en gevolgen van bovengenoemde ontwikkelingen op zowel financieel als beleidsmatig gebied helder onderbouwd in een sluitende begroting 2027 opgenomen worden. A
Het raadsvoorstel wordt unaniem aangenomen.
-
3.e
Bijlagen
Besluit
b e s l u i t :
Geen zienswijze in te dienen op de twee begrotingswijzigingen 2025-2 en 2026-1 van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant.Het raadsvoorstel wordt unaniem aangenomen.
-
3.f
Bijlagen
Besluit
b e s l u i t :
1. Geen wensen en bedenkingen te uiten op het voorstel van burgemeester en wethouders om als aandeelhouder een budget van € 3.000.000,- in te brengen in het eigen vermogen van Business Park Aviolanda B.V.
2. De bestaande reserve Business Park Aviolanda B.V. met € 1.737.280,-. op te hogen als risicoafdekking voor het als aandeelhouder in te brengen bedrag van
€ 3.000.000,- in het eigen vermogen. Dekking van deze ophoging vindt plaats ten laste van de algemene reserve.
3. In te stemmen met de wijziging van de Programmabegroting.Het raadsvoorstel wordt unaniem aangenomen.
-
3.g
Bijlagen
Besluiten
-
R a a d s b e s l u i t Onderwerp : Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Gemeenteraad van de gemeente Woensdrecht . Vergadering d.d. : 12 november 2025 agendanummer : 2025-054 Zaaknummer : De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 12 november 2025 gelezen het voorstel van het presidium van 7 oktober 2025, b e s l u i t het reglement van orde voor vergaderingen en de werkzaamheden van de gemeenteraad van de Gemeente Woensdrecht vast te stellen. Hoofdstuk 1 ; Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger; b. voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger c. wet: Gemeentewet. d. initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel; e. voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering; f. motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken; g. subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement; h. amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing; i. besluitraad: een raadsvergadering (bijeenkomst) waarbij aansluitend aan de laatste opinieraad van een raadscyclus besluitvorming plaatsvindt over de als A-stuk aangemerkte voorstellen en de voorstellen van de opinieraad over de afhandeling van ingekomen stukken; j. A- voorstel: een voorstel dat door de opinieraad wordt geagendeerd voor de besluitraad, waarbij alle deelnemende fracties het voorstel aangemerkt moeten hebben als A-voorstel; k. B-voorstel: een voorstel dat door de opinieraad wordt geagendeerd voor de raadsvergadering; l. Opinieraad: een commissie zoals bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet. Artikel 2 Het presidium 1. Het presidium is een commissie zoals bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet 2. Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitter en de fractievoorzitters. 3. De voorzitter van de raad is de voorzitter van het presidium. De voorzitter van de grootste fractie vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid 4. Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt. 5. Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen 6. Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad, opinieraden en de raadscommissies voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie. 7. De leden van het presidium hebben elk een stem. Het presidium beslist bij meerderheid van stemmen. Artikel 3. De agendacommissie en het vaststellen van vergaderingen 1. Er is een agendacommissie die bestaat uit de voorzitters van opinieraden, de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de raad en één raadslid per fractie die anders niet vertegenwoordigd is. 2. Ze heeft in ieder geval de volgende taken: a. het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda's voor raadsvergaderingen en opinieraadsvergaderingen; b. het vaststellen van de vergadercyclus van de raad, van de opinieraden en andere werkzaamheden van de raad; c. het doen van een voorstel tot afwikkeling van ingekomen stukken, dit voorstel wordt via de opinieraad naar de besluitraad geleid; d. het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid van de wet en in het derde lid. 3. In aanvulling op de vergaderingen van de opinieraden als bedoeld in het tweede lid, onder b, vergadert een opinieraad voorts als haar voorzitter het nodig acht of als ten minste twee fracties schriftelijk, met opgaaf van redenen, daarom verzoeken. 4. De griffier maakt een besluitenlijst. Deze wordt (openbaar) gepubliceerd na vaststelling. Artikel 4 De griffier 1. De griffier is aanwezig in vergaderingen van de raad, de agendacommissie, het presidium, de opinieraden en andere commissies. 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger. 3. De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen. Artikel 5 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden 1. Voor de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad bij het begin van de raadsperiode voor de komende vier jaar een commissie in bestaande uit drie raadsleden. 2. Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies. 3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen. 4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen. 5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen. Artikel 6 Benoeming wethouders 1. De commissie genoemd in artikel 5, lid 1, onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de wet 2. De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder. 3. In navolging van het overleggen van een Verklaring omtrent Gedrag door de kandidaat wethouder wordt in opdracht van de burgemeester voor de aanvang van iedere ambtstermijn ten behoeve van de wethouder(s) een risicoanalyse integriteit uitgevoerd. De burgemeester deelt de conclusie of er uit dit onderzoek mogelijke belemmeringen zijn voortgekomen die een benoeming tot wethouder in de weg staan mee aan de commissie onderzoek geloofsbrieven. De risicoanalyse wordt alleen aan de burgemeester, de kandidaat en zijn fractievoorzitter bekend gemaakt vanuit privacy overwegingen, nadat de kandidaat hiervoor toestemming heeft gegeven. 4. van de VOG wordt in opdracht van de burgemeester voor de aanvang van iedere ambtstermijn ten behoeve van de wethouder(s) een risicoanalyse integriteit uitgevoerd. De burgemeester deelt de conclusie of er uit dit onderzoek mogelijke belemmeringen zijn voortgekomen die een benoeming tot wethouder in de weg staan mee aan de commissie onderzoek geloofsbrieven. De risicoanalyse wordt alleen aan de burgemeester, de kandidaat en zijn fractievoorzitter bekend gemaakt vanuit privacy overwegingen, nadat de kandidaat hiervoor toestemming heeft gegeven. Artikel 7 Fracties 1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. 2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren. 3. De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter. 4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. 5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging. Hoofdstuk. Raadsvergaderingen Paragraaf 1 Voorbereiding Artikel 8. Oproep en agenda 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een oproep per email of een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken. 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden. 3. Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 9, derde lid, van toepassing. 4. De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld. Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep bekend gemaakt. Als na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving. 2. 2.Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst. 3. Informatie van de raad of aan de raad verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier . Artikel 10 Openbare kennisgeving 1. Raadsvergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in een weekblad en de website van de gemeente. 2. In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden Paragraaf 2 Ter vergadering Artikel 11 Presentielijst 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen. 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld. Artikel 11a Overweging Bij het openen en sluiten van de vergadering spreekt de voorzitter de Overweging uit. Dit wordt door alle aanwezigen die dat kunnen staande aangehoord. Artikel 12 Aantal spreektermijnen 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist. 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten. 3. Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel. In principe heeft iedere fractie één woordvoerder. 4. Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende. 5. Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde. Artikel 13 Deelname aan de beraadslaging door anderen Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging. Artikel 14 Voorstellen van orde Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over. Paragraaf 3 Stemmingen Artikel 15 Stemverklaring Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten. Artikel 16 Beslissing 1. De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist. 2. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing. Artikel 17 Stemming; procedure hoofdelijke stemming en digitaal stemmen 1. De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen. 2. Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de wet aan de stemming te hebben onthouden. 3. Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad. 4. Wanneer stemmingen plaatshebben wordt gebruik gemaakt van een daartoe geschikt bevonden mogelijkheid tot elektronisch stemmen. Indien elektronisch stemmen niet mogelijk is wordt gestemd bij handopsteking. De voorzitter vraagt achtereenvolgens wie van de raadsleden 'voor' en wie 'tegen' het voorstel is en noemt de namen van de fracties en/of raadsleden die voor en tegen hebben gestemd. 5. Indien elektronisch stemmen niet mogelijk of naar het oordeel van een raadslid niet wenselijk is en minimaal één raadslid verzoekt om hoofdelijke stemming, roept de voorzitter of griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde. 6. Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging. 7. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming. 8. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit. Artikel 18 Volgorde stemming over amendementen en moties 1. Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel. 2. Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft. 3. Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd. 4. Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie. De raad kan besluiten van deze volgorde af te wijken. 5. Artikel 19 Stemming over personen 1. Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau. 2. Aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren. 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje. 4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau. Paragraaf 4 Verslaglegging; ingekomen stukken Artikel 20 Verslag en besluitenlijst 1. De griffier draagt zorg voor verslagen van raadsvergaderingen. 2. Van elke vergadering wordt een audio/video verslag en een besluitenlijst gemaakt. Een besluitenlijst bevat in ieder geval: a. de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben; b. een aantekening van welke raadsleden afwezig waren; c. een overzicht van de genomen besluiten; d. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist; e. bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 14 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen. 3. Een conceptverslag wordt gelijktijdig met de verzending aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop het betrekking heeft. 4. Vastgestelde verslagen worden ondertekend door de voorzitter en griffier. 5. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze. 6. Als verslagen en besluitenlijsten digitaal beschikbaar zijn, worden ze op de website van de gemeente geplaatst. Artikel 21 Ingekomen stukken 1. Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die aan de raadsleden wordt toegezonden en ter inzage wordt gelegd. 2. De besluitraad stelt op voorstel van de opinieraad de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast Paragraaf 5 Besloten raadsvergaderingen Artikel 23 Toepassing reglement op besloten vergaderingen Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement overeenkomstig van toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Artikel 23 Verslag besloten vergadering 1. Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar berusten bij de griffier. 2. Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het vastgestelde verslag en de besluitenlijst 3. De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend. Artikel 24 Opheffing geheimhouding Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd. Paragraaf 6 Toehoorders en pers Artikel 25 Toehoorders en pers 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen. 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden. Artikel 26 Geluid- en beeldregistraties Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen. Hoofdstuk 3. Bevoegdheden en instrumenten raadsleden. Artikel 27 Amendementen en subamendementen 1. Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat. 2. Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben. 3. Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond. Artikel 28 Moties 1. Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter. 2. De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft. 3. De eerste behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt in de regel plaats in de opinieraad tot welk het onderwerp van de motie functioneel thuishoort. Moties worden uiterlijk 48 uur voor de vergadering van de agendacommissie aangemeld voor agendering. Deze bepaling geldt niet voor actuele en spoedeisende moties. 4. Behandeling van moties over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld. 5. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond. Artikel 29 Initiatiefvoorstel 1. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk, al dan niet digitaal, in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college. 2. Het college kan binnen 14 dagen nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen. 3. Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende (opinie)raadsvergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende (opinie)raadvergadering geplaatst. 4. De eerste behandeling van een initiatiefvoorstel vindt in de regel plaats in de opinieraad tot welk het onderwerp van het voorstel functioneel thuishoort. Initiatiefvoorstellen worden uiterlijk 48 uur voor de vergadering van de agendacommissie aangemeld voor agendering. Artikel 30 Collegevoorstel 1. Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering/opinieraad, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad. 2. Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt. Artikel 30a Wensen en bedenkingen Wensen en bedenkingen door de gemeenteraad worden geuit door middel van een raadsbesluit. Artikel 31 Interpellatie 1. Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen. 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders. 3. Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering. 4. De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de portefeuillehouder(s) niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft. Artikel 32 Schriftelijke vragen 1. Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. 2. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester. 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 20 werkdagen dagen nadat de vragen zijn ingediend. 4. Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden toegezonden en toegevoegd aan de lijst met ingekomen stukken voor de eerstvolgende opinieraadsvergadering. 5. De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende opinieraadsraadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord. Artikel 33: inlichtingen 1. Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier. Datzelfde geldt voor inlichtingen gevraagd de op basis van artikel 16, lid 3 en lid 8 van de Wet Gemeenschappelijke regelingen. 2. De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester. 3. De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen tien dagen nadat het verzoek is ingediend Artikel 34 Mondelinge vragen 1. Tijdens iedere raadsvergadering is er een agendapunt mondelingen vragen. 2. Mondelinge vragen voor de raadsvergadering dienen ten minste 30 uur voor aanvang van een raadsvergadering te zijn ingediend bij de voorzitter via de griffier. 3. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van het college of de burgemeester. 4. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden. 5. De voorzitter kan weigeren een vraag aan de orde te stellen, indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven, indien het geen actueel en spoedeisend onderwerp betreft of indien het onderwerp in de raadsvergadering op dezelfde dag aan de orde komt. In dat geval wordt de vraag doorverwezen naar de Opinieraad. 6. Per onderwerp wordt de vragensteller het woord verleend om één of meerdere vragen te stellen en een korte toelichting daarop te geven. 7. De vragensteller kan bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de portefeuillehouder gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist. 8. Tijdens de mondelinge vragen worden geen moties ingediend en geen interrupties toegelaten. Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 35 Uitleg reglement In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter. Artikel 36 Intrekken oude reglement Het “Reglement van orde gemeenteraad Woensdrecht 2023 wordt ingetrokken. Artikel 37 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Dit reglement treedt in werking op de dag na die waarop hij bekend is gemaakt. 2. Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde gemeenteraad Woensdrecht 2025. Deze wijzigingen in werking te laten treden op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering 12 november 2025; de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,
Het raadsvoorstel wordt unaniem aangenomen.
-
4
U wordt er op attent gemaakt dat er camera-opnames worden gemaakt die via internet worden uitgezonden en daarop terug te zien zijn. Het is niet uit te sluiten dat u daarbij in beeld komt.